Dierenkliniek Brielle respecteert uw privacy en gebruikt daarom alleen cookies die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de website.
Klik hier voor meer informatie.
Cookie instellingen
Cookiemelding
Dierenkliniek Brielle respecteert uw privacy en gebruikt daarom alleen cookies die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de website.
Klik hier voor meer informatie.
Onze trouwe viervoeter is van oorsprong een roofdier en een gedomesticeerde ondersoort van de wolf. Al duizenden jaren zien we honden in het gezelschap van de mens. Vroeger vooral als werkdier: denk aan jacht- of herdershonden, of als trekdier voor de hondenkar. Ook nu zien we de hond nog af en toe aan het werk, bijvoorbeeld als politie-of hulphond. Maar veel vaker zien we honden als gezelschapsdier en onderdeel van het gezin. En dat is niet zo gek. Honden zijn er immers in alle soorten en maten , met de soms typische karaktereigenschappen die bij een bepaald ras horen. Zo is er voor elk wat wils. Als u erover denkt een hond aan te schaffen, is het dan ook verstandig eerst te bedenken wat u van een hond verwacht en welk soort hond het best in uw leefsituatie past. Bedenk ook dat zelfs een gezonde hond af en toe een bezoek zal moeten brengen aan de dierenarts. Hieronder een aantal redenen:
Vaccineren of inenten is een manier om antilichamen en afweercellen in het bloed te creëren als bescherming tegen ziekten. Door een kleine hoeveelheid onschadelijk gemaakte ziekteverwekker of een onderdeel ervan onder de huid te spuiten, wordt het lichaam aangezet om antilichamen te maken. Hierdoor staat het afweersysteem van het dier meteen paraat als het in aanraking komt met de werkelijke, levende ziekteverwekker en kan deze direct worden uitgeschakeld of verzwakt. Pups worden voor het eerst gevaccineerd als ze 6 weken oud zijn. De bescherming die de pup via de moedermelk binnen heeft gekregen is dan zover afgenomen dat een enting gewenst is. Als de pup 9 weken is wordt de enting herhaald en wordt het vaccin tegen o.a. de ziekte van Weil toegevoegd. Op een leeftijd van 12 weken krijgt de pup een volledige cocktail, die ook weer voor een deel de eerdere vaccinaties herhaalt. Deze zogenoemde boostering zorgt voor een optimale werking van het vaccin en dus een optimale bescherming.
Soms kunnen er redenen zijn om zo min mogelijk te willen vaccineren, bijvoorbeeld als de hond steeds gevoelig reageert op de enting. Vaccins werken niet bij elk dier precies even lang. Dierenartsen gaan uit van een werkingstijd die voor elk dier voldoende bescherming biedt en het kan dus gebeuren dat uw hond nog voldoende beschermd is op het moment van de enting. Als u wilt weten of uw hond nog voldoende afweer heeft tegen de ziekten waartegen we vaccineren, dan kunt u kiezen voor een titerbepaling. We nemen dan wat bloed af waarmee we de aanwezige antilichamen in het bloed kunnen meten. Helaas heeft dit geen zin voor de enting tegen Leptospirose. Hiervan blijven de antilichamen niet langer dan een jaar in het lichaam.
Voor alle honden die na 2013 zijn geboren geldt een chip- en registratieplicht. De fokker moet zijn pups laten chippen voor de leeftijd van 7 weken oud en deze registreren voordat ze naar de nieuwe eigenaar verhuizen.
Als de pup niet gechipt is en/of geen EU paspoort heeft moet u eerst een UBN nummer aanvragen via www.rvo.nl. Daarna moet u een afspraak maken bij de dierenarts voor het chippen en een EU paspoort. Als u een hond uit het buitenland haalt, dan moet deze al gechipt zijn en een EU paspoort hebben om de grens te mogen passeren. Bij thuiskomst moet de hond en de chip binnen 2 weken geregistreerd worden bij de dierenarts.
Zorg ervoor dat de gegevens bij de databank up-to-date zijn. Dit kan door, na de registratie, dit te checken op de databank waar uw hond geregistreerd is. Wettelijk gezien dient u een adreswijziging, maar ook het overlijden van de hond, binnen 14 dagen door te geven aan de databank. Deze regels dienen uiteindelijk vooral ook uw eigen belang: als de hond wegloopt of gewond raakt, zijn hulpdiensten veel sneller in staat om u te bereiken en de beste zorg te bieden voor uw dier.
Honden dienen met enige regelmaat te worden behandeld tegen parasieten. Pups worden via de moedermelk besmet met spoelwormen. Wij adviseren daarom om pups die bij hun moeder drinken elke 2 weken te ontwormen en daarna eens per maand tot ze een half jaar zijn. Het ontwormingsadvies voor volwassen honden is enigszins afhankelijk van de leefwijze en voeding van de hond. Vlooien en teken zien we tegenwoordig helaas vrijwel het hele jaar door. Wij hebben een breed assortiment vlooien- en wormenbestrijdingsmiddelen, die ieder hun eigen voordelen hebben. Vraag onze assistenten naar het meest geschikte product voor uw hond. Als de hond mee op vakantie gaat kan het nodig zijn om extra maatregelen te treffen op gebied van parasietenbestrijding. Ook hier kan de assistente u in adviseren.
Gebitsproblemen komen regelmatig voor bij de hond, soms al op jonge leeftijd. Pups gaan hun melkgebit wisselen als ze tussen de 13 en 21 weken zijn en dan kan het gebeuren dat niet alle tanden en kiezen er netjes uitkomen, zelfs niet als het volwassen gebit al doorkomt. Dit noemen we persisterende melktanden en meestal moeten deze elementen worden getrokken om scheef groeien van het volwassen gebit te voorkomen. Volwassen honden krijgen nogal eens last van tandplak en tandsteen. Dit kan een pijnlijke tandvleesontsteking veroorzaken en de bacteriën die vrijkomen bij de ontsteking kunnen ook elders in het lichaam voor problemen zorgen, bijvoorbeeld in het hart. Tandheelkundige zorg voor uw hond is dus zeker geen overbodige luxe. Een gebitsreiniging is de standaardbehandeling voor beginnend tandsteen en tandvleesontsteking en bestaat uit een uitgebreide inspectie van het gebit, het handmatig en ultrasoon verwijderen van het tandsteen, gevolgd door het polijsten van het gebit om de terugkeer van aanslag te vertragen. Onze praktijk beschikt behalve over een dentaal röntgenapparaat en professionele tandheelkundige unit ook over dierenartsen en assistenten die zich speciaal hebben toegelegd op tandheelkunde bij dieren. De volgende symptomen kunnen wijzen op gebitsproblemen bij de hond:
Het is een hond goed aan te leren dat hij zijn tanden door u laat poetsen. Begin indien mogelijk al als de hond nog een pup is en maak het leuk door de eerste keren bijvoorbeeld met smeerworst te poetsen. Als een borstel te spannend is, kan het ook met een vinger met een gaasje erom. Gebruik echter nooit tandpasta voor mensen! Deze is uiterst giftig voor de hond.
Er zijn tal van redenen te bedenken om uw hond te laten steriliseren of castreren. Loopsheid, schijnzwangerschap of een ongewenst nestje zijn goede redenen om een teefje te laten steriliseren. Bovendien heeft het ook medische voordelen: een gesteriliseerde teef kan geen baarmoederontsteking meer krijgen. Sterilisatie vóór de eerste loopsheid kan de kans op melkkliertumoren met meer dan 90% verminderen. Dit percentage neemt af als de hond eenmaal loops is geweest. Het zwangerschapshormoon progesteron zorgt voor een verhoogde suikerproductie in het lichaam. Sterilisatie is daarom ook een uitkomst bij teefjes met diabetes.
Een medisch nadeel kan zijn dat met name wat grotere honden een klein risico lopen op urine-incontinentie na de sterilisatie.
Het beste moment voor een sterilisatie is ongeveer 3 maanden na de laatste loopsheid. De doorbloeding van eierstokken en baarmoeder is in die periode het laagst en daarmee is de kans op complicaties het kleinst.
Bij de reu zien we ook meerdere redenen voor castratie: gefrustreerd sexueel gedrag (rijden op mensen, dieren en kussens), agressie, het huis markeren met urine, verlies van pussige geelgroene druppels uit de penis en weglopen van huis. Dominant gedrag kan een reden zijn om castratie te overwegen, maar bedenk dat castratie alleen invloed heeft op hormonaal gedrag en niet op het eigen karakter van de hond. Er kunnen ook medische redenen zijn om een reu te castreren. Testikeltumoren, (peri)anaalkliertumoren en een vergrote prostaat zijn redenen om castratie te adviseren.
Nadelen van castratie/sterilisatie: na de operatie verandert er het een en ander in de stofwisseling van de hond. De hond verbrandt minder energie en kan vetzucht ontwikkelen. Om dit te voorkomen kunt u de hond minder voer geven, of een voeding aanbieden voor honden met een lagere energiebehoefte. Onze assistentes geven u graag een goed voedingsadvies voor uw hond.
Bij honden van bepaalde rassen kan de vachtstructuur veranderen na de castratie/sterilisatie.
U kunt bij onze praktijk ook kiezen voor een laparoscopische sterilisatie, ook wel een kijkoperatie genoemd. Via 2 gaatjes van een halve cm kunnen de medische instrumenten en de camera in de buik worden gebracht. De buik wordt opgeblazen met CO2 gas en daarmee krijgt de arts via een beeldscherm een goed overzicht van de buikholte en de aanwezige organen. De voordelen van laparoscopisch steriliseren:
Nadelen van laparoscopisch steriliseren:
